In het meest ideale geval komt ongewenst gedrag niet voor. Komt het wel voor, dan is het ideaal dat de persoon die iets als ongewenst ervaart het bespreekbaar maakt met diegene die dit gedrag vertoont en laatstgenoemde stopt met dit gedrag. De nadruk bij het voorkomen van ongewenst gedrag ligt veelal op de persoon die ongewenst gedrag ervaart en degene die dit gedrag vertoont, maar vaak zijn er ook omstanders die het gedrag waarnemen, zoals leidinggevenden of collega’s. Wat kunnen deze ‘bystanders’ bijdragen aan het voorkomen van ongewenst gedrag?
Factoren die ingrijpen als omstander beïnvloeden
Onlangs stuitte ik op het artikel ‘“Is It My Responsibility?”: A Qualitative Review of University Students’ Perspectives on Bystander Behavior’ (Robinson, S. , Casiano A. & Elias-Lambert, N., 2022). In het artikel komen meerdere onderzoeken naar voren die betrekking hebben op omstanders bij gevaarlijke en grensoverschrijdende situaties en wat van invloed is op het al dan niet acteren als omstander. Uit het artikel blijkt dat er vijf stappen zijn die een omstander moet nemen om te komen tot daadwerkelijk ingrijpen in een gevaarlijke situatie (Burn, 2009; Latane & Darley, 1970):
- Opmerken dat er gevaarlijk of ongewenst gedrag plaatsvindt.
- Erkennen dat ingrijpen nodig is.
- Eigenaarschap en verantwoordelijkheid nemen voor het ingrijpen.
- Beslissen hoe je kunt helpen.
- Actie ondernemen om in te grijpen.
Met deze stappen hangen blijkens het artikel vijf mogelijke barrières samen die voorkomen dat omstanders ingrijpen:
- Niet herkennen van een dergelijke gebeurtenis.
- Het niet kunnen onderscheiden van de situatie als gevaarlijk.
- Het niet nemen van verantwoordelijkheid voor interventie.
- Het niet ingrijpen vanwege een gebrek aan vaardigheden of kennis.
- Het niet ingrijpen, omdat men zich geremd voelt door de aanwezigheid van anderen (bijvoorbeeld angst om negatief beoordeeld te worden).
Daarnaast hebben sociale normen, gemeenschapsgevoel, verbondenheid en voorbeeldgedrag invloed op of omstanders al dan niet ingrijpen in een situatie (Banyard, 2008; Burn, 2009; Levine et al., 2002; McMahon, 2015; Sulkowski, 2011). Voor organisaties betekent dit dat als medewerkers geloven dat (leidinggevenden uit) de organisatie zou(den) ingrijpen bij een dergelijke situatie of ondersteuning zou(den) bieden, de kans groter is dat deze medewerkers ingrijpen. Ook het hebben van vertrouwen in de eigen organisatie en de overtuiging om door ingrijpen daadwerkelijk verschil te kunnen maken, vergroten de kans om in te grijpen. Voorts is de kans op ingrijpen groter wanneer medewerkers de betrokken personen en andere aanwezige collega’s of slachtoffers kennen. Tot slot helpt het als een medewerker voorbeelden heeft gezien van iemand met gezag of andere collega’s van ingrijpen in een situatie, waardoor de kans groter is dat medewerkers zelf acties ondernemen in soortgelijke situaties.
Kansen van ingrijpen verhogen
Wat kunnen organisaties hiervan leren? Wat kun je doen om eventuele barrières weg te nemen en de kans te vergroten dat omstanders ingrijpen als zich iets ongewenst voordoet op de werkvloer? Wees ten eerste helder over welk gedrag je op de werkvloer wilt zien en welk gedrag niet wordt getolereerd, leg dit vast in een gedragscode/gedragsregels, zodat een ieder weet wat de normen en waarden zijn binnen de organisatie. Dit maakt het makkelijker te herkennen als hiervan wordt afgeweken. Geef als leidinggevende het goede voorbeeld; acteer en spreek mensen aan als zich ongewenste situaties voordoen. Dit zorgt ervoor dat mensen meer vertrouwen hebben in de organisatie en zich ook gesteund voelen om zelf in te grijpen wanneer dit nodig is. Ten slotte: stimuleer het groepsgevoel en het gevoel van saamhorigheid, door in te zetten op teambuilding, zodat mensen elkaar beter leren kennen en ook daardoor eerder ingrijpen in ongewenste situaties. Ook is het belangrijk dat medewerkers ervaren ongewenste situaties in de onderlinge omgang met elkaar bespreken en de vaardigheden hebben om dit te kunnen doen. Dit lijken wellicht open deuren, maar wij zien in praktijk meer dan geregeld terug dat het niet gebeurt. Zo wordt en blijft prettig met elkaar omgaan op de werkvloer, een verantwoordelijkheid die iedereen kan herkennen, nemen en uitvoeren.
Training of workshop voor leidinggevenden en medewerkers
BING biedt verschillende (maatwerk)trainingen aan over integriteit en onderlinge omgangsvormen, zoals de training ‘Leidinggeven aan een sociaal veilig werkklimaat’ (voor leidinggevenden) en de training ‘In gesprek over integriteit en omgangsvormen’ (voor medewerkers). Wilt u weten wat BING voor uw organisatie kan betekenen? Neem dan gerust contact op via info@bureauintegriteit.nl of 033-247 43 00.