Doet u er wel eens aan? Een sociaal smoesje om ergens onderuit te komen. Ja, wie niet? Heel handig, want al te eerlijk of oprecht is soms bot of anderszins ongewenst. Een smoes kan werken als sociale smeerolie. Maar wanneer worden smoezen zorgelijk in een samenwerking die integriteit hoog in het vaandel heeft?
Enige tijd geleden was het in het nieuws: een fraudezaak in een gemeente.
Een medewerkster van de afdeling Schuldhulpverlening bleek gedurende 5 jaar een bedrag van in totaal 263.000 euro te hebben verduisterd. De burgemeester sprak “Je kunt regelen wat je wil, maar toch is er altijd de vriendelijke, goede medewerker die de boel belazert. Daarom moeten we ons bewust zijn van andere signalen, al is dat lastig in overheidsland.” “Het is vooral belangrijk dat medewerkers zelf bij hun leidinggevende aan de bel durven te trekken als een collega opvallend gedrag vertoont”. De burgemeester sprak van “zure en dure lessen. Je wordt hier wel wakker van.”
Wij komen dat bij BING wel vaker tegen: als er sprake is van vervelend, onwenselijk of frauduleus gedrag door een medewerker van een organisatie gebeurt dat vrijwel nooit in volledige onbekendheid. Meestal zijn er collega’s die er sterke vermoedens van hadden, die aanvoelden dat er iets aan de hand was. Die collega’s hebben nooit aan de bel getrokken. Als je hen vraagt waarom niet, geven ze geregeld argumenten die we zouden kunnen kwalificeren als ‘smoes’.
Wat is een smoes?
Een smoes is een oneigenlijk antwoord op de vraag naar het motief van je handelen. Met een smoes probeer je om je eigen verantwoordelijkheid en de waarheid te ontvluchten of te verdraaien. Sommige smoezen klinken zo redelijk of vanzelfsprekend, of ze worden zo onderkoeld of overtuigend gebracht, dat ze heel makkelijk als oprecht antwoord worden aangenomen.
Als trainer Moreel Beraad kom ik in het afpellen van een kwestie rond de vraag ‘wel of niet aanspreken of wel of niet aan de bel trekken’ nogal eens smoesjes tegen.
De top drie smoezen
- Ik zeg er niets van, want het is zijn of haar eigen verantwoordelijkheid.
- Ik doe het niet, want ik wil geen gedoe en heb geen tijd.
- Ik zeg er niets van omwille van collegialiteit en/of de sfeer op het werk
Een praktijkvoorbeeld
Een collega heeft naast haar baan als ambtenaar een – laten we voor dit voorbeeld zeggen – fournituren handeltje via haar eigen webwinkel. Ze belt geregeld tijdens haar ambtelijke werkuren over inkoop, facturen, kleuren en materialen met haar vriendin die de voorbereiding doet. Soms belt ze direct met een klant en daarna heb je het vermoeden dat ze via haar telefoon aan administratieve afhandelingen werkt. Dit speelt al een jaar, maar ze doet het steeds meer en steeds minder verhuld.
Je hebt eerst voorzichtig en daarna nadrukkelijk gezegd dat dit niet kan, maar ze antwoordt alleen met jaja, ik zal er op letten. Er verandert niets, het bellen neemt zelfs toe.
Als we dit bespreken blijkt dat de halve afdeling hiervan op de hoogte is, maar dat niemand aan de bel trekt bij de leidinggevende, waarom niet?
Smoes 1:
Ik ga het niet bespreken of melden, want het is haar eigen verantwoordelijkheid.
Deze smoes zet ik op nummer één, omdat hij zo redelijk klinkt en zo vaak wordt gebruikt. Er zit in deze smoes een filosofische vergissing: ‘verantwoordelijkheid’ wordt gereduceerd tot een interne taak van ieder individu. Dat is het óók, maar in een organisatie en samenwerking betekent verantwoordelijkheid meer, dan betekent het dat je antwoord kunt geven vanuit besef van de waarden van het grotere geheel (elkaar, organisatie, samenleving).
Om de kwalificatie ‘smoes’ beter in te voelen kun je het vergelijken met de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor een schone keuken in huis. Als één persoon de keuken niet schoonhoudt en eigen rotzooi niet opruimt zeg je niet: ‘Ja maar het is zijn of haar eigen verantwoordelijkheid om het wel of niet te doen’. Nee, want je hebt er én last van én het was de afspraak om de keuken gezamenlijk schoon te houden én een schone keuken is een gedeelde waarde. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid en niet ‘zijn of haar eigen verantwoordelijkheid’. Je spreekt er elkaar op aan.
Smoes 2
Ik bespreek het niet, want ik wil geen gedoe en ik heb geen tijd.
Integriteit houd je niet levend als je geen gedoe wil. Integer werken vraagt juist wat extra’s van je. Wegkijken geeft ook gedoe, alleen op wat langere termijn en voor andere betrokkenen dan jijzelf en misschien ook nog wel heftiger voor de persoon waarom het gaat.
Wat is dat toch met ‘gedoe’? Als je het bespreekt blijkt dat medewerkers zich niet concreet, levendig verbinden aan gedeelde waarden. Ja, ze kennen de regels, de normen, maar ervaren niet de motivatie, de inspiratie van de waarden die daaronder liggen. Zoals de burgemeester in de inleiding sprak: je kunt regelen wat je wilt: als we elkaar niet scherp houden, heeft het geen zin.
In het voorbeeld van ‘de fourniturenwebwinkel draaien in werktijd’ staat er een waarde op het spel: Zorgvuldig en geloofwaardig omgaan met gemeenschapsgeld. Hoezo is dat niet belangrijk, hoezo is dat gedoe, hoezo heb je daar geen tijd voor? Het kan wel waar zijn dat je weinig tijd hebt, maar integriteit mag wat tijd kosten. Het is daarom belangrijk dat een organisatie medewerkers zo nu en dan inspireert met de ervaring te werken voor gedeelde waarden: wat doen we en waarom, waar staan we samen voor, hoe gaan we om met lastige kwesties?
Smoes 3
Ik zeg er niets van omwille van collegialiteit.
Als je vraagt wat er met ‘collegialiteit’ wordt bedoeld zegt iedereen wat anders. Is het collegiaal om het gezellig te houden, om de sfeer goed te houden? Ja, maar deze vorm van collegialiteit geeft een dilemma: houd ik mijn collega de hand boven het hoofd, of zeg ik er iets van voor het algemeen belang? Dat dilemma is menselijk, begrijpelijk, maar de vraag waar het om gaat is: wat is uiteindelijk het beste voor iedereen en geloofwaardig naar burgers waarvoor je werkt? Is een open sfeer waarin het veilig is elkaar aan te spreken dan niet collegiaal? Daar zit vaak wel de adder onder het gras: zorgt de leiding voor een veilige sfeer; kunnen fouten, twijfels en dilemma’s worden besproken, wordt er niet gedreigd, mag er worden geleerd?
Signaal
Als ik veel smoezen tegenkom zie ik dat als een signaal: wat is er aan de hand op deze werkvloer, in dit team, op deze afdeling, met deze leiding? Via Moreel Beraad onderzoek ik wat er speelt. Soms vraag ik deelnemers nog meer smoezen te verzinnen, dat leidt tot hilariteit, want iedereen herkent ze wel in de praktijk. Smoezen vormen een luchtige ingang tot bespreken van kwesties die er toe doen. En ze vormen een signaal voor de leiding: waar kan ik stimuleren tot meer open gesprekken?
Meer weten? Neem gerust contact op.