In maart van dit jaar mag de kiezer naar de stembus. Inzet: wie zullen straks mogen plaatsnemen op de raadszetels, welke personen mogen de komende vier jaar het volk vertegenwoordigen?
Direct na de verkiezingen krijgen de nieuwbakken raadsleden over het algemeen een stevig inwerkprogramma voor de kiezen. Integriteit vormt daarbij een onmisbaar onderdeel. Ook de nieuwe politici, soms nog groen als gras, kunnen zich geen uitglijders veroorloven – zo is de gedachte. Dus al snel wordt uitgelegd welke regels voor raadsleden gelden.
Eerst maar eens de ambtseed of -belofte. De raadsleden zweren of verklaren dat zij niemand enige gift beloofd of gegeven hebben om benoemd te worden en dat zij van niemand enige gift of belofte zullen aannemen om iets in hun ambt te doen of na te laten. Woorden die niet zonder betekenis zijn: wie op dit onderdeel – de zuiveringseed – niet de waarheid spreekt, maakt zich schuldig aan meineed. En wellicht ook aan cliëntelisme.
Cliëntelisme als fenomeen kent verschillende definities. Zij hebben met elkaar gemeen dat een politicus (m/v) in ruil voor politieke steun, kiezers ondersteunt of diensten verleent. Met negatieve connotatie, wel te verstaan: voor wat, hoort wat. Cliëntelisme is dus niet de bedoeling. Terwijl dat nieuwe raadslid zojuist op zijn zetel is gaan zitten vanwege de verkiezingsbelofte om te investeren in de huisvesting van het lokale verenigingsleven, of om de financiële randvoorwaarden aantrekkelijker te maken voor culturele instellingen, of om de hardwerkende ondernemers minder op te zadelen met al die regeltjes. Enfin, u begrijpt het punt.
Volksvertegenwoordiging en cliëntelisme hebben allebei het element van wederkerigheid in zich: zet jij je in voor de belangen van je achterban, dan krijg je stemmen. Voeg daar de ogenschijnlijke worsteling van de Afdeling Bestuursrechtspraak over het leerstuk belangenverstrengeling aan toe en ziedaar: voer voor discussie.
De wet heeft nog meer in petto. Raadsleden worden geacht zonder last te stemmen. Raadsleden worden geacht niet deel te nemen aan de stemming over een aangelegenheid die hen rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij zij als vertegenwoordiger zijn betrokken. Terwijl dat nieuwe raadslid zojuist op zijn zetel is gaan zitten omdat zijn achterban bij de voetbalclub graag een nieuw kunstgrasveld gerealiseerd ziet, of omdat de buurt waarin hij woont tegen de komst van een verslavingskliniek in de straat is, of omdat de ondernemingsvereniging het raadslid als vooruitgeschoven pion ziet. Enfin, u begrijpt het punt.
Verkramping ligt op de loer. Een verwijt is gemakkelijk gemaakt, of dat nu op goede gronden is of niet. Beschadiging is dikwijls het gevolg. Daarom: praat met elkaar, zet de klokken gelijk en maak afspraken hoe, door en bij wie twijfels aan de orde gesteld moeten worden. Wellicht kunnen we de goedwillende, gedreven raadsleden daarmee een zetje in de rug geven om datgene te doen waarvoor zij de politiek ingingen: volksvertegenwoordiger zijn.
Meer weten? Neem gerust contact op.