Het komt geregeld voor, dat een lokale bestuurder publiekelijk in de hoek wordt gezet door suggestieve opmerkingen over zijn of haar handelen, door vooroordelen en aannames die niet kloppen en ongegrond zijn. De bestuurder wordt in zo’n geval onterecht niet-integer gedrag in de schoenen geschoven.
Hoe gaat een lokale bestuurder daar dan mee om? Wat kan een college van B&W er als geheel tegen doen? Een integere rechtsstaat is geen abstractie, het speelt zich af op landelijk en lokaal niveau in het geheel van gedrag en reacties van ons allemaal.
De praktijk van de suggestieve opmerking
Wat ik in de praktijk van mijn werk als trainer hoor is dat lokale bestuurders door een opmerking in een twitterbericht, in een column in de plaatselijke krant, of in een raadsvergadering in een verkeerde hoek worden gezet. Er wordt een suggestie gedaan in de trant van; “Het is zeker niet toevallig dat in de straat van de wethouder…… wel opvallend dat de familie van die bestuurder….., is die burgemeester niet bevriend met die ondernemer en eigenaar van..?, “Ik zag laatst de wethouder praten met…, dat is verdacht.” etc.
Wat zit er achter dergelijke suggestieve en ongegronde aanvallen? Gebeurt het door iemand die zijn zin niet krijgt, iemand die niet lijkt te begrijpen, dat een eigen mening of een eigen belang niet hetzelfde is als een recht, dat er verschillende belangen zijn en dat een bestuurder daar afwegingen tussen moet maken? Of wordt dit gedrag gevoed door een algemene onderstroom van wantrouwen tegen de overheid? Het kan zo zijn, dat diegene iets aanraakt wat juist is, die kritische openheid en onderzoekbereidheid moet er blijven, maar wat als de opmerking overduidelijk suggestief en vals is?
Eerste reacties van bestuurders
Wat ik zie is dat wethouders en burgemeesters tegen een stootje kunnen. Bij onterechte suggestieve opmerkingen over de integriteit van het handelen van de bestuurder is de eerste reactie vaak een innerlijke verdediging, er wordt een schild opgetrokken. Wat wethouders en burgemeesters zeggen: “Ik wil niet dat het binnenkomt, ik laat het van me afglijden”, of “Ik doe alsof ik het niet gelezen heb”, of “Ik wil het niet persoonlijk voelen, het gaat over mijn functie”, of relativerend: “Het is niet belangrijk genoeg, ik heb wel wat anders te doen”, of ”Ik laat het gaan, het heeft toch geen zin, het gaat gewoon door”, of ”Dit hoort nou eenmaal bij mijn vak”, of “Ik laat toe dat ik murw wordt” of “Ik gun diegene geen podium door de discussie aan te gaan.”
Achterliggend gevoel van de bestuurders
Oké, duidelijk, of…. zit er nog wat onder? Wat voelt en wil de bestuurder nou eigenlijk als je doorvraagt? Dan komen er andere antwoorden: “Ik voel me kwetsbaar en ik twijfel of ik dat wil laten zien”, of “Ik wil deze onwaarheid bestrijden”, “Ik voel me boos en geraakt”, of “Ik wil laten zien hoe het echt zit”, “Ik wil me verdedigen, de discussie aangaan en mijn kant laten zien”, of “Ik wil weerwoord geven”, “Ik wil niet dat diegene er mee wegkomt”, of ”Ik wil de anderen (familie, vrienden) verdedigen”, “Ik wil iedereen laten weten dat de suggestie onwaar is”
Ja, en waarom zou je dat doen? Laten we het even samenvatten met grote woorden: om recht te doen aan waarachtigheid en daarmee aan een integere omgang met elkaar.
Hoe handelen B&W gezamenlijk bij suggestieve opmerkingen
Ik had het genoegen om te werken met een openhartig en betrokken college van B&W van een middelgrote gemeente X. Zij kwamen naar aanleiding van een gelijkluidend gesprek tot de volgende afspraken: Laten we allereerst open en transparant naar elkaar zijn. Als er een valse beschuldiging of misleidende suggestie des persoons is gedaan, weten we dat vaak niet van elkaar, omdat we er alleen mee blijven rondlopen. Laten we het vanaf nu tegen elkaar uitspreken. Dat lucht op en vervolgens kan er gekeken worden hoe tactisch om te gaan met misplaatste suggestieve opmerkingen.
Besproken is dat niet het podium wordt gegund aan diegene die de opmerking uit, dus om geen discussie aan te gaan op Twitter of Facebook. Indien de opmerking duidelijk voorbarig en onterecht is, wordt afgesproken, dat het college zich als collectief uitspreekt. En dan wel binnen eigen beschikbare media, of bij aanvang van een raadsvergadering. Dan wordt uitgesproken dat B&W niet gediend zijn van de lasterende opmerking/suggestie X (concreet geval) over collega x. Dit wordt uitgesproken door de betreffende bestuurder zelf, óf juist door een collega binnen B&W, om de kracht van het collectief en de gezamenlijke normering te laten zien: zo gaan wij niet met elkaar om. Wij maken hier geen misbruik van, ook al is de wethouder van een andere partij. De burgemeester kondigde met verve aan, zeker die rol op zich te willen nemen.
Waarom? Om niet te kiezen voor het innerlijk schild, of voor het murw worden voor dergelijke opmerkingen, maar om te kiezen voor waarachtigheid en openheid, om elkaar te verdedigen, zich uit te spreken en om normstellend te zijn: zo gaan wij niet met elkaar om. Publiekelijk ongegronde aanvallende suggestieve opmerkingen? Dit college van B&W laat het er niet meer bij zitten!
Meer weten? Neem gerust contact op.