Algemeen

De vertrouwensdemocratie

‘Touwtjes uit de brievenbus’. Een zinsnede die de komende tijd zonder twijfel in ons collectieve geheugen staat gegrift. Het betoog van Jan Terlouw heeft indruk gemaakt. Zijn analyse van de toestand waarin onze democratie zich bevindt was scherp, to the point en leek recht uit het hart te komen.

Kritiek op de regering is van alle tijden, maar van wantrouwen jegens de regeringsleiders was in de jonge jaren van Terlouw geen sprake, zo stelt hij. De overheid had moreel gezag, overigens net als kerk, onderwijs, wetenschap, traditie en buurt. Dat morele gezag is niet langer vanzelfsprekend. Wijlen hoogleraar bedrijfsethiek Henk van Luijk stelde al rond de eeuwwisseling vast dat deze traditionele morele autoriteiten aan gezag hebben ingeboet. Van Luijk constateerde dat behoefte bestaat aan een nieuw normatief houvast, niet meer van buiten of bovenaf opgelegd, maar evengoed met een bindend en verbindend vermogen.

Vertrouwenskloof
Hoe dat houvast eruit ziet, is vooralsnog onduidelijk. Feit is wel: de burger vertrouwt de overheid niet langer. De kloof tussen lager en hoger opgeleiden is daar wellicht mede debet aan. Deze tweedeling wordt groter, zo betogen wetenschappers Mark Bovens en Anchrit Wille in het artikel, temeer de politiek anno nu vrijwel uitsluitend een terrein is voor intellectuelen, waarmee de gewone man en vrouw zich steeds minder kunnen identificeren. De ‘diploma-democratie’ viert hoogtij: academici zijn oververtegenwoordigd in het parlement. Het cynisme tegen de elite en de opkomst van het populisme kunnen worden gezien als logische gevolgen.

De negatieve sentimenten tegen en het in twijfel trekken van de integriteit van intellectuelen zijn zorgelijke ontwikkelingen, zo betoogt ook prins Constantijn zeer recent. Feiten doen er steeds minder toe, zo stelt hij, en Terlouw wijst erop dat ook binnen de politieke arena de feiten soms ondergeschikt zijn aan politieke belangen. Politici slagen er daarnaast steeds minder in om gemaakte keuzes uit te leggen aan het grote publiek. De legitimiteit van democratie en rechtsstaat wordt steeds vaker in twijfel getrokken.

Wederkerig wantrouwen
En de overheid lijkt op haar beurt ook wantrouwen jegens de burger te koesteren. Wetgeving schiet soms zijn doel voorbij, zo constateert voormalig Nationaal Ombudsman Alex Brenninkmeijer. In dit kader noemt Brenninkmeijer onder meer de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW, ingevoerd in 2013. De wet beoogt de overheid slagvaardiger te maken bij mensen die misbruik maken van de solidariteit van de samenleving, ofwel uitkeringsfraude plegen. De fraude die de wet beoogt te bestrijden is echter minimaal. De gevolgen voor mensen die per ongeluk de fout in gaan, zijn groot. En de wet biedt geen ruimte voor clementie: wie een fout maakt, is een boef.

Ook binnen integriteitsmanagement in organisaties speelt het gebrek aan vertrouwen in de medemens een rol. Vertrouwen op de eigen verantwoordelijkheid van de ander werkt kennelijk beangstigend. Liever regelen we alles dicht. Incidenten worden evenwel niet voorkomen door steeds nieuwe regels te verzinnen, zo meent bijzonder hoogleraar Margo Trappenburg, in wat zij omschrijft als de ‘risico-regelreflex’. Overregulering en het afschuiven van verantwoordelijkheid zijn het gevolg van onze wens paal en perk te stellen aan incidenten. Hun effectiviteit is echter niet bewezen.

Tot slot
‘Vertrouwen’ is volgens Van Dale ‘geloof in iemands goede trouw en eerlijkheid’. We stellen vertrouwen in personen die we betrouwbaar ofwel integer achten. Wijlen minister Ien Dales waarschuwde begin jaren ‘90 voor het fenomeen ‘machtsbederf’, waarbij niet-integer optreden door politici afbreuk doet aan de legitimiteit en het gezag van de overheid. Zonder een breder geaccepteerde morele autoriteit dreigt immers het gevaar dat de relatie tussen overheid en burger uitsluitend is gebaseerd op macht, waardoor de bestaande hiërarchie ter discussie kan worden gesteld.

Voor het vertrouwen in de overheid is integriteit daarom cruciaal. Met integriteit staat of valt de legitimiteit en het gezag van diezelfde overheid. Reden temeer om te beseffen dat het belang van integriteit partijpolitiek overstijgt. Met de Tweede Kamerverkiezingen in het vooruitzicht, belooft 2017 een interessant jaar te worden. Worden tegenstellingen verder versterkt of keert het onderlinge vertrouwen terug?

Misschien kunnen politici de spits afbijten. Immers: als politici al niet het goede voorbeeld geven, wie dan wel?

Meer weten? Neem gerust contact op.

 

Geschreven door Peter Schokker
Partner

Relevant

Bekijk alle artikelen die gerelateerd zijn aan het geselecteerde artikel.

Foto van Hoe de wens om het goede te doen, kan weerhouden te (h)erkennen wat er mis gaat

Hoe de wens om het goede te doen, kan weerhouden te (h)erkennen wat er mis gaat

Als relatief nieuwe medewerker bij BING en met de ervaringen die ik daarbij na bijna een jaar in de ...

Verder lezen
Foto van Verplichte risicoanalyse integriteit

Verplichte risicoanalyse integriteit

Voorkomen is beter dan genezen. Gemeenten, provincies en waterschappen dienen de integriteit van het...

Verder lezen
Foto van Integriteit, media en vertrouwen

Integriteit, media en vertrouwen

Op 4 juli werd bekend dat Carola Schouten wordt voorgedragen als burgemeester van Rotterdam. Direct ...

Verder lezen