In maart 2022 vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Politieke partijen, raadsgriffiers en burgemeesters spannen zich daarom veelal nu al in om vóór vaststelling van de kandidatenlijsten, het belang te benadrukken van toetsing van potentiële raadsleden op integriteit en het onderzoeken van antecedenten.
Ook bij de meest recente verkiezingen werd dit belang ogenschijnlijk weer onderschreven. Nog voor de Tweede Kamerverkiezingen trok een kandidaat van een partij op religieuze grondslag zich terug, na ophef over de erotisch getinte taarten die zij in het dagelijks leven verkoopt. Geen integriteitszaak misschien, maar even googelen had een hoop ellende kunnen voorkomen – zo luidt het oordeel. Na de Tweede Kamerverkiezingen trad een pas geïnstalleerd kamerlid terug vanwege aantijgingen van ongewenst gedrag, over gedragingen daterend uit de periode van voor diens lidmaatschap van de Kamer. De vraag die resteert en ook publiekelijk werd gesteld is of de partij niet beter onderzoek had moeten doen in de fase van werving en selectie.
‘Beter onderzoek doen’ is in feite ook de boodschap van de Handreiking integriteitstoetsing van kandidaten voor decentrale politieke partijen. De Handreiking beoogt politieke partijen te helpen bij het napluizen van kandidaten. In de praktijk betekent dat vooral: indringende vragen stellen, stevige gesprekken voeren en in de krochten van het internet op zoek naar mogelijk compromitterende informatie.
Kandidaat-raadsleden ondergaan geen veiligheidsonderzoek van de AIVD of anderszins een vorm van screening vanuit de overheid, politieke partijen stellen de kandidatenlijsten vast en zijn dus zelf verantwoordelijk voor het toetsen van potentiële raadsleden. Tegelijkertijd raken integriteitskwesties niet alleen het raadslid en diens partij, maar is er veelal ook schade voor het gemeentebestuur. Niet voor niets proberen burgemeesters en griffiers – immers hoeders van integriteit en adviseurs van de raad – in toenemende mate te faciliteren dat partijen werk maken van integriteitstoetsingen.
Of de Handreiking helpt in het bereiken van dit doel, valt te bezien. De Handreiking wisselt open deuren af met vragen die een juridisch proefschrift zouden rechtvaardigen, draagt weliswaar de titel ‘handreiking integriteitstoetsing’ maar biedt maar zeer beperkt inzicht in de vraag wanneer nu eigenlijk van een integriteitsrisico sprake is en biedt een bewilligingsverklaring die op onderdelen ten minste op gespannen voet staat met het democratisch mandaat van de kiezer en de wet die voorschrijft dat raadsleden zonder last stemmen.
Dat gezegd hebbend: het is goed en verstandig dat partijen nagaan wie zij in de eigen gelederen hebben. De Handreiking biedt in dat opzicht bewustwording en bruikbare handvatten. Minstens zo belangrijk is dat partijen gemeenschappelijk belang zien in een integere raad die, weliswaar gevormd als lekenbestuur, snel professionele maatstaven hanteert als het om integer handelen gaat. Het gezamenlijke gesprek van fracties en partijen over mogelijke risico’s, het uitwisselen van ervaringen en de ‘mores’ van de raad, zijn in dat licht net zo waardevol als een handreiking, zo niet waardevoller.
Beginnen doen we in maart, bezinnen doen we nu.