“Integriteit heeft direct betrekking op iemands eer en goede naam, op zelfrespect, eigenwaarde, waardigheid en geloofwaardigheid, op zijn morele kaliber. Wie zijn integriteit aangevallen ziet, ervaart dat als een aantasting van zijn gaafheid, als een schending van eer en zelfrespect. Het gaat dan niet meer om kleine fouten, die vergeven en vergeten kunnen worden, maar om een fundamentele aanval, die grote emoties oproept en agressie tegenover de aanvaller. Wie in zijn integriteit wordt aangevallen, likt niet eerst zijn eigen wonden, maar zoekt onmiddellijk en zo fel mogelijk de tegenaanval. Hij voelt zich diep in zijn waarde geraakt en in een ‘alles of niets’-situatie gebracht.”
(B.J.S. Hoetjes, 2000; De kreukbare overheid. Essays over integriteit in Nederland.)
Het is een veel voorkomend fenomeen: bij een vermoeden van niet-integer handelen, worden collega’s uit de directe omgeving van de betrokkene in het kader van een onderzoek gevraagd een verklaring af te leggen. Zeker wanneer een werknemer over belastende informatie beschikt, zal hij of zij in veel gevallen echter aarzelen om deze te openbaren. Angst voor represailles is veelal de oorzaak.
Juist omdat integriteit raakt aan de kern van een persoon en daarmee direct van invloed is op diens aanzien en positie binnen de organisatie, ervaart de werknemer een dilemma: hij of zij moet kiezen tussen loyaliteit naar ofwel de werkgever, ofwel zijn of haar collega – de betrokkene. Beginselen als eerlijkheid, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid strijden dan om voorrang met het principe dat men elkaar niet hoort te verlinken. Ook de mogelijke gevolgen van de verklaring voor de positie van de ‘verklikker’ zijn niet onbelangrijk, zowel ten aanzien van de werkgever als ten aanzien van de betrokkene. Want waarom heb je het niet eerder gemeld als je ervan afwist? En bestaat er een reële kans dat de betrokkene het jou kwalijk zal nemen?
Zulke vragen zijn op voorhand niet altijd eenvoudig te beantwoorden. Het is dan ook goed voor te stellen dat de werknemer in dubio liever de veiligheid en zekerheid van een anonieme verklaring opzoekt. De mogelijkheid van een anonieme verklaring kan daarbij tevens een grotere bereidheid om te verklaren opleveren. De vraag is echter: wat is de waarde van een anonieme verklaring in een integriteitsonderzoek?
De anonieme verklaring
Anoniem verklaren kent namelijk ook een keerzijde. Voor de rechter houdt een integriteitsonderzoek dat louter bestaat uit anonieme verklaringen namelijk geen stand. Uitgangspunt is dat de werkgever op basis van deugdelijk vastgestelde gegevens de overtuiging moet hebben verkregen dat de desbetreffende medewerker zich al dan niet aan de hem of haar verweten gedragingen heeft schuldig gemaakt. Daarbij hoort ook dat degene tegen wie de beschuldiging is gedaan, op basis van juiste en volledige informatie in staat moet worden gesteld om zich te verweren.
Op grond van vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep kan aan anonieme verklaringen slechts een zeer beperkte betekenis worden gehecht en dan ook alleen in samenhang met uit andere bronnen afkomstige wél controleerbare gegevens.
In een concreet geval waarbij een defensiemedewerker zich schuldig zou hebben gemaakt aan seksueel ongewenst gedrag, oordeelde de Rechtbank Arnhem dat de anonieme verklaringen van een tweetal vrouwelijke collega’s op zichzelf onvoldoende bewijs opleverden. In het geval waarbij een ambtenaar zich schuldig zou hebben gemaakt aan fraude en bedreiging, was de Centrale Raad van Beroep van oordeel dat anonieme verklaringen wél mochten worden gebruikt, nu er in het onderzoek ook personen waren gehoord van wie de naam en de functie wel waren vermeld in de onderzoeksrapportage. De verklaringen van deze niet-anonieme personen ondersteunden de anonieme verklaringen.
De conclusie moet zijn dat beschuldigingen die alleen berusten op anonieme verklaringen, die door de betrokkene derhalve niet kunnen worden geverifieerd en waartegen hij of zij zich dus onvoldoende kan verweren, niet als zelfstandig bewijs worden geaccepteerd.
Tot slot
Een integriteitsonderzoek kan dus niet volstaan met louter anonieme verklaringen. Met name wanneer andere vormen van bewijs ontbreken, kan dit tot de problematische situatie leiden dat het onderzoek niet ‘rondkomt’ ofschoon de vermoedens van niet-integer handelen alleen maar zijn bevestigd. Het blijft voor sommige mensen echter lastig om herleidbare, belastende verklaringen over een directe collega af te leggen, ook al spreekt men slechts de waarheid.
Zorgvuldig onderzoek vergt een bekwame opdrachtnemer en een verstandige opdrachtgever. Op diverse onderdelen van het onderzoek hebben het onderzoeksbureau en de opdrachtgever een gelijkluidende taak: zij moeten ervoor zorgen dat de rechten en de belangen van alle personen die bij het onderzoek zijn betrokken, zoveel mogelijk worden geëerbiedigd. Dat kan onder andere betekenen dat de werkgever bijstand verleent voor degenen die een rol vervullen in het onderzoek. Deze bijstand kan gestalte krijgen door middel van het inschakelen van een raadsman ter ondersteuning bij de interviews, maar ook door een vertrouwenspersoon beschikbaar te stellen bij wie medewerkers hun angsten of twijfels kwijt kunnen en die hen ondersteunt bij de morele dilemma’s die zij ondervinden. Ook contacten met het onderzoeksbureau en toelichting op de onderzoeksprocedure en werkwijze, kunnen daaraan bijdragen. In de meeste gevallen, zo leert de ervaring, kunnen bezwaren van werknemers om mee te werken aan het onderzoek daarmee worden weggenomen.
Meer weten? Neem gerust contact op.