Het einde van de bijzondere status van ambtenaren is nabij. De Tweede Kamer boog zich recent over een initiatiefvoorstel dat een einde moet maken aan het onderscheid tussen ambtenaren en gewone werknemers. Het voorstel werd met een ruime meerderheid aangenomen.
Het afschaffen van de speciale status van ambtenaren, roept op zijn zachtst gezegd gemengde reacties op. De ambtenarenvakbonden zijn fel tegen, omdat zij vinden dat ambtenaren moeten worden beschermd tegen politieke willekeur. Anderen, waaronder Roel Bekker, bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen bij de overheid, vinden afschaffing van de ambtenarenstatus echter een logische stap. ‘Wanneer je als overheid de top van de arbeidsmarkt wilt, prijs je jezelf uit de markt als je de speciale ambtenarenstatus niet afschaft’, zo stelt hij.
Normalisering rechtspositie
Waar gaat het nu eigenlijk om? Het wetsvoorstel – met de toepasselijke naam ‘normalisering rechtspositie ambtenaren’ (waarbij de ‘gewone’ werknemer kennelijk de norm vormt) – beoogt een zo groot mogelijke eenvormigheid tussen de rechtspositie van ambtenaren en werknemers in de private sector tot stand te brengen. Waar ambtenaren nu nog eenzijdig worden aangesteld, krijgen zij straks een gewone, tweezijdige arbeidsovereenkomst. Dat heeft verschillende consequenties. De ambtelijke arbeidsverhouding wordt dan beheerst door het civiele recht. Voor rechtsbescherming is de ambtenaar aangewezen op de burgerlijke rechter met als – niet onbelangrijk – gevolg dat ontslagprocedures aanzienlijk minder tijd vergen.
Interessante ontwikkeling
De moderne overheid doet aan aanbestedingen en werkt klantgericht. Tegelijkertijd is het niet langer vanzelfsprekend dat publieke vraagstukken ook primair of uitsluitend een taak voor de overheid zijn. Een beetje bedrijf doet daarom aan maatschappelijk duurzaam ondernemen en iedereen kent het fenomeen corporate governance, zeg maar de ‘algemene beginselen van behoorlijk bedrijf’.
Vanuit bestuurskundig perspectief is het een interessante ontwikkeling. Het gelijktrekken van de positie van ambtenaren met die van private werknemers, past binnen het bedrijfsmatige denken van het New Public Management (NPM). De overheid moet efficiënter en zuiniger. De tegenhanger van NPM – de bureaucratie van Max Weber – wordt tegenwoordig in de volksmond nog louter als beschimping gebruikt, als synoniem voor de logge, trage en dure overheid.
Ook vanuit integriteitsperspectief is het gelijkstellen van ambtenaren aan werknemers interessant. Op het eerste gezicht lijkt er geen wezenlijk verschil te zijn. Op grond van artikel 125ter Ambtenarenwet zijn het bevoegd gezag en de ambtenaar verplicht zich als een goed werkgever en een goed ambtenaar te gedragen. Vervang ‘bevoegd gezag’ door ‘werkgever’ en ‘ambtenaar’ door ‘werknemer’ en ziedaar de reeds bestaande norm uit boek 7 BW. De speciale ambtenarenrechter wordt afgeschaft en in zijn plaats is het de burgerlijke rechter die zowel over werknemers als over ambtenaren moet oordelen.
Hogere norm
Maar is het werk van ambtenaren niet wezenlijk anders dan dat van werknemers? Is een beroepsgroep niet het meest kwetsbaar, juist op de gebieden waar hun kernkwaliteiten zouden moeten liggen? Van bankiers wordt in de eerste plaats verwacht dat zij betrouwbaar zijn. Accountants moeten onafhankelijk zijn, verzekeraars transparant en organisatieadviseurs deskundig. En ambtenaren? Die moeten het allemaal zijn. Van ambtenaren wordt onkreukbaarheid verwacht. Op individueel niveau, maar wellicht nog wel meer als geheel. Een beetje integere overheid bestaat niet.
Dat lijkt ook de wetgever te beseffen, want ook na de wetswijziging moeten ambtenaren nog gewoon de ambtseed afleggen en zaken als misbruik van bevoegdheden en belangenverstrengeling voorkomen. De burgerlijke rechter zal om die reden – naar het zich laat aanzien – nog altijd een andere norm voor ambtenaren moeten hanteren dan voor reguliere werknemers.
Tot slot
De ambtenaar die zonder aanleiding zijn buurman in de GBA opzoekt, loopt reëel gevaar zijn baan te verliezen. Voor de werknemer die willekeurig wat in klantgegevens rondneust, geldt waarschijnlijk een ander scenario. De wenselijkheid van dit materiële onderscheid is vooral een politieke keuze. Benieuwd of ambtenaren zich ook dit keer loyaal opstellen.
Meer weten? Neem gerust contact op.