Verjaardagspraat
Het is zo’n vraag die op verjaardagen en andere feestjes altijd wel wordt gesteld: hoe is het op je werk? De meeste mensen in mijn omgeving weten dat ik integriteitsonderzoeker ben – of beter nog: privédetective (ja, echt waar) – en zijn benieuwd naar zoetsappige verhalen. Natuurlijk weten zij ook dat ik daarover discreet moet zijn; ik kan niet prijsgeven waar ik onderzoek doe en naar wie. Dus ik beantwoord de gestelde vraag doorgaans met: we maken rare dingen mee.
Van keiharde corruptie tot zaken waar weinig aan de hand blijkt en alles daartussenin – dat zou de korte samenvatting zijn. Er zijn – gelukkig – tal van situaties waarin we kunnen concluderen dat een onderzochte persoon weinig blaam treft. Maar ja, die halen doorgaans niet het nieuws. Soms is er echter wel wat aan de hand en dan wordt ook het verbeeldingsvermogen van ons onderzoekers weer op de proef gesteld: je kunt het zo gek niet verzinnen, of mensen doen het. Ik zal in dit blog – geanonimiseerd – drie voorbeelden noemen.
Een oneerbaar voorstel
Een van de onderzoeken die mij in dat kader gelijk te binnen schiet betreft een vergunningverlener van een gemeente. De man was begin veertig, woonde alleen en had een relatie op afstand. Op een dag wordt zijn foto via internet verspreid; hij zou onder een valse naam een vacature online hebben geplaatst voor horecamedewerkers. Toen een nietsvermoedende jongedame van begin twintig interesse toonde, bleek al snel dat hij haar wel in dienst wilde nemen, maar dan voor heel andere zaken. De jongedame was daar niet van gediend, maar het enige wat zij van hem wist waren zijn valse naam, een telefoonnummer – dat hij speciaal voor deze acties had geregeld, zo bleek later – en… een profielfoto op WhatsApp. Bij het verspreiden van de foto via Facebook bleek al snel dat de man in kwestie werkzaam was bij de gemeente.
De volgende dag, op het moment dat de man weer op zijn werk verschijnt, komt hij veel te laat en ziet hij er verschrikkelijk uit. Komt door een migraineaanval, zo zegt hij. Zijn leidinggevende, op de hoogte van de geruchten op Facebook, vraagt de man om een verklaring. Hij ontkent in alle toonaarden verantwoordelijk te zijn voor het oneerbare voorstel aan de jongedame. Ook tegenover ons ontkent hij dat aanvankelijk, in een gesprek bij hem thuis aan de keukentafel. Sterker nog, hij vindt het nogal onzorgvuldig dat de dame zíjn foto op internet verspreidt. Hoe zij aan die foto komt, kan hij overigens niet verklaren. En verder was het hem opgevallen dat zij nogal rare dingen op haar Facebook zet, dus waarom zou iemand haar serieus moeten nemen? Goed, zeggen wij, dan heeft u er vast geen bezwaar tegen dat wij even het IP-adres van uw computer noteren?
Niet veel later geeft de man in kwestie uit eigen beweging toe dat hij het oneerbare voorstel heeft gedaan. Zijn werkgever neemt hem niet in dank af dat hij daarover heeft gelogen. De zaak eindigt bij de rechter. Die meent dat strafontslag op zijn plaats is. Daarbij wordt de ambtenaar onder meer aangerekend dat hij het onderzoek bewust heeft belemmerd en in het verlengde daarvan zijn werkgever heeft misleid. Daarnaast meent de rechter dat de aard van de gedraging, te weten het met oneerbare bedoelingen aannemen van een valse identiteit en valse hoedanigheid (werkgever in de horeca), zodanig is dat moet worden gezegd dat de man in kwestie niet voldoet aan de aan een ambtenaar te stellen eisen van integriteit, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid.
Track and trace
Een tweede onderzoek dat ik hier wil noemen had betrekking op een ambtenaar van de afdeling Burgerzaken. De gemeente was door de opsporingsinstanties getipt dat de ambtenaar mogelijk vertrouwelijke informatie doorspeelde. In het kader van een onderzoek naar mensenhandel waren er taps geplaatst en een telefoongesprek met de ambtenaar bleek bijvangst.
De dame in kwestie werkte sinds een aantal jaren bij de gemeente en functioneerde naar behoren. Zij onderhield een relatie met een man die al eens was veroordeeld voor mensenhandel en het dwingen van vrouwen om voor hem in de prostitutie te werken. Nu werd hij wederom verdacht van deze feiten.
Uit ons onderzoek bleek dat de ambtenaar diverse bevragingen deed in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) – thans Basisregistratie Personen (BRP) – voor wat men noemt ‘niet-functionele’ doeleinden. Dit gaat om zeer privacygevoelige gegevens die alleen onder voorwaarden, met de juiste autorisatie, mogen worden geraadpleegd. Bekend is dat – zeker in het verleden – ook bekende Nederlanders nogal eens werden opgezocht. Altijd interessant om te ontdekken waar onze BN’ers wonen, nietwaar?
Maar het kan erger: uit ons onderzoek bleek dat de personen die door de ambtenaar werden opgezocht, dames betroffen die waren gevlucht voor haar vriend, de mensenhandelaar. Veelal jonge dames, dikwijls uit Oost-Europa, die hier waren gedwongen tot prostitutie. Die zich in heel andere delen van ons land vestigden, in de hoop daar veilig te zijn voor hun gewelddadige pooier. Maar die dus het risico liepen dat die vent weer op de stoep zou staan, omdat hij via zijn connectie in het gemeentehuis kon achterhalen waar zij waren gaan wonen.
Ik zou liegen als ik zou zeggen dat dit soort zaken mij onberoerd laten. Eerlijk is eerlijk: ons onderzoek was maar een kleine schakel in het geheel. Maar zelfs een glimp van deze realiteit grijpt je bij de keel.
De populaire wethouder
Een ander onderzoek dat mij nog lang zal heugen ging over een wethouder met onder meer Ruimtelijke Ordening in portefeuille. De man was ervaren en, niet onbelangrijk, hij genoot de steun van zowel coalitie als oppositie – één persoon uitgezonderd. Deze luis in de pels leek een persoonlijke vete met de wethouder te hebben en heeft zo lang aangedrongen op een integriteitsonderzoek, dat ook de wethouder zelf op enig moment aangaf voor eens en voor altijd een duidelijke conclusie te willen hebben. Hij had immers niets te verbergen.
Een groot aantal dossiers werd door ons onder de loep genomen. In veel gevallen bleek er niet veel aan de hand; hooguit had de wethouder door proactief meer openheid te geven, achteraf veel vragen kunnen voorkomen. Maar in een dossier bleek toch wel meer aan de hand. Dat bleek pas later, want eerst stond een interview met de wethouder gepland. De wethouder, van confessionele huize, zwoer ter plekke op de Bijbel dat hij zijn positie nooit had misbruikt om er zelf beter van te worden. Diezelfde middag bleek ons in de archieven van het gemeentehuis, dat daar wel degelijk sprake van was geweest.
Tja, en wat doe je dan met zo’n stevige uitspraak van de wethouder? Opnemen, met als gevolg dat de conclusie een extra lading krijgt? Of weglaten, want vermelden dat zijn stelling – ik heb het niet gedaan – niet correspondeert met de feiten, is misschien voldoende? Wij kozen voor het laatste.
De conclusie dat in één dossier sprake was van belangenverstrengeling, viel niet goed in de gemeenteraad. De raad had immers verwacht dat het nu eindelijk afgelopen zou zijn met de verwijten aan het adres van de wethouder. En dan ben je soms als brenger van de boodschap, de gebeten hond. Soms bekruipt mij dan het gevoel: wisten jullie maar wat ik weet.
Tot slot
Maar vertellen wat je allemaal weet, past nu een keer niet altijd. En zeker niet op verjaardagen of andere feestjes. Discretie is onderdeel van het vak van de integriteitsonderzoeker.
Goh, wat een interessante baan heb jij! hoor ik met enige regelmaat. En dat is ook zo. Maar in mijn positie moet je oppassen niet te cynisch te worden: naast alle ‘ellende’ die wij integriteitsonderzoekers in het werk tegenkomen, zien wij gelukkig ook dat het in veel gevallen goed gaat. Ja, we maken rare dingen mee, maar de anekdotes die ik daarover kan geven, vormen in verhouding – gelukkig – een minderheid.
Meer weten? Neem gerust contact op.