Het pleidooi van oud-minister Jan Terlouw voor herstel van vertrouwen in de samenleving zal u niet zijn ontgaan. Terlouw pleit voor meer integer handelen. Hoe hebben integer handelen en vertrouwen met elkaar te maken? En kun je er aan werken?
Wat duidelijk is: vertrouwen komt te voet en gaat ter paard, ofwel: één integriteitschandaal kan het vertrouwen in hele een sector schenden. Ik ga de incidenten niet allemaal herhalen, maar om ons geheugen toch even op te frissen; we kennen incidenten met datavervalsing in de wetenschap – dat raakt het vertrouwen in de hele wetenschap. We kennen incidenten uit de financiële sector – dat raakt de hele financiële sector. Idem voor integriteitsincidenten bij de overheid, de farmaceutische sector, de politiek, de media.
Welke sector wordt er niet gewantrouwd op dit moment, als ondertoon in de samenleving? Dit wantrouwen werkt ontwrichtend en het is een van de energieleveranciers van populisten. Of het wantrouwen nou terecht of onterecht is, wat kunnen we als organisatie eraan doen om vertrouwen te behouden of te herstellen?
Laten we deze praktische vraag met een filosofische achtergrond onderzoeken aan de hand van een voorbeeld.
Stel. U komt met een redelijk ernstige (maar te behandelen) aandoening aan in een ziekenhuis , u bent verder topgezond, 65 jaar. In theorie kunnen met uw nog gezonde organen vier jonge mensen gered worden, die liggen daar op dat moment op te wachten op de IC. Dat weet u. Belt u daarom eerst het ziekenhuis met de vraag vanuit welke ethiek ze werken?
Hoezo? De chirurg zou kunnen redeneren dat het redden van vier (jonge) mensen met uw organen meer oplevert, meer levensjaren, meer rendement, dan het redden van één (ouder) leven, dat van u. Als alternatief kan de chirurg ook redeneren dat iedereen het recht op medische zorg heeft, onafhankelijk van anderen. Vanuit dat beginsel wordt u wel als 65 jarige geholpen, onafhankelijk van het gegeven dat de vier jongeren zullen overlijden. Tragisch, maar dat staat los van dat beginsel.
Het gaat hier in het eerste geval om een gevolgredenering (vier levens redden heeft meer waarde dan er één redden) en in het tweede geval gaat het om beginselredenering: u heeft recht om te worden geholpen, omwille van uw recht op lichamelijke onschendbaarheid, onafhankelijk van het feit dat vier jongeren zouden kunnen worden gered met organen uit uw lichaam. Deze twee manieren van redeneren vertegenwoordigen twee verschillende stromingen in de ethiek: de gevolgethiek en de beginselethiek. Waarom belt u niet eerst op naar dat ziekenhuis met de vraag welk soort ethiek de organisatie of de chirurg en het team aanhangt?
Als ik deze vraag stel in een training antwoorden deelnemers vaak eerst omslachtig “Ik kan me niet voorstellen dat…”, of “Ik ben afhankelijk, waar moet ik anders naar toe”, maar als ik doorvraag en zeg dat ik maar één woord zoek, valt er een stilte, wordt er ingevoeld en antwoord er altijd wel iemand: “Vertrouwen!. Ik bel niet omdat ik de chirurg en zijn of haar team vertrouw.”
Precies.
Vertrouwen is hier het sleutelwoord. U vindt dat zo vanzelfsprekend dat u niet eerst het ziekenhuis opbelt. U bent zich er niet altijd van bewust, maar u vertrouwt erop dat de chirurg werkt op basis van beginselen. Hij of zij hanteert hier het beginsel dat uw lichaam onschendbaar is en dat u bij leven – niet kunt worden gebruikt voor het redden van de levens van anderen. Dat de jongeren in mijn voorbeeld overlijden is tragisch, maar staat los van het toepassen van dit beginsel voor u als patiënt. Zo’n beginsel is erg zwaarwegend. Beginselethiek vertegenwoordigt geen natuurwet, het is een zwaarwegende manier van afwegen tussen mensen die bewust of intuïtief weten dat deze beginselen een fundament zijn voor goed – rechtvaardig – samenleven. Beginselethiek biedt het kompas voor vertrouwen en integriteit.
Wat we voor de nuance nog moeten onderzoeken en als u nog even volhoudt, het volgende: We begrijpen dat beginselen die behoren bij je beroepsverantwoordelijkheid doorslaggevend zijn in identieke situaties. Wel moeten ze opnieuw gewogen worden ten opzichte van andere argumenten als de situatie verandert. Het zijn geen in beton gegoten wetten. Dit bovengenoemde voorbeeld is nadrukkelijk een andere situatie dan de actuele politieke vraag rond het registeren van donorschap (doneren bij overlijden). De bereidheid tot donor zijn hangt wel samen met vertrouwen in het handelen vanuit het beginsel van lichamelijke onschendbaarheid bij leven. Zonder dat vertrouwen in dat beginsel, ook geen bereidheid tot donorregistratie. Ook moet het beginsel gezamenlijk doordacht worden in een vraag als die naar jongensbesnijdenis op religieuze gronden, of oorbelgaatjes in oren prikken bij baby’s. Er spelen daarin andere argumenten dan ‘lichamelijke onschendbaarheid in de betekenis dat het ene lichaam niet bij leven mag worden gebruikt voor een ander’. Hier is het nodig dat de betekenis van ‘lichamelijke onschendbaarheid’ in die situatie bevraagd en wordt beantwoord en gaan er andere argumenten spelen.
Na de woorden, de daden. Aan dit beginselkompas kun je werken. Moet je werken, want de inhoud van de beginselethiek ligt niet vast, het gaat om een voortdurend afwegen en al doende leren. Voorbeeld: meestal is het goed om eerlijk te zijn, soms niet. Als een leugen een grotere waarde dient dan eerlijkheid (bijvoorbeeld levens van mensen beschermen door te liegen) verdient de leugen de voorkeur boven eerlijkheid; dat is in die situatie integer. Iemand die te vertrouwen is, is niet star. Die weegt af en kan zijn of haar afweging duidelijk maken.
Voor vertrouwen is meer nodig dan het op orde hebben van regels, procedures, gedragscodes en meldpunten. Die randvoorwaarden voor een organisatie zijn nodig, want ze geven richting, ondersteuning en bescherming aan medewerkers en betrokkenen. Maar ze zijn niet genoeg voor een integere cultuur en voor vertrouwen.
De oproep van Terlouw stelt ons voor de vraag of je kunt werken aan vertrouwen. Ja, dat kan. BING werkt aan integriteit en vertrouwen in woord en daad. We werken aan inzicht, afwegen en het toepassen van beginselen die horen bij de aan jou toevertrouwde rol binnen onze rechtstaat (bestuurder, ambtenaar, arts, docent, maatschappelijk verantwoord ondernemer). Rolintegriteit noemen we dat bij BING. We versterken integer handelen en vertrouwen door onze workshops Morele Oordeelsvorming en Collegiaal Beraad. Zo’n traject hebben we onlangs naar tevredenheid uitgerold binnen een woningcorporatie, een onderwijsinstelling en een middelgrote gemeente. Onze werkwijze stemmen we af op de doelgroep waarmee we werken.
Meer weten? Neem gerust contact op.